Terug.

5 jun

Wat ben ik blij dat het mooi weer is.
De zon schijnt.
Dat is genoeg.
Dat het lang niet zo warm is neem ik dan maar voor lief.
God, wat mis ik daar.
Spanje.
En dan precies die plek.
Net tussen de bergen en de zee.
Dat mooie licht blauwe huis.
En z’n enorme tuin.
De liefste hondjes.
De knuffels en de kusjes.
Het hele huis poetsen.
Ik heb deze vakantie meer gepoetst dan dat ik thuis doe.
De mooie bloemen.
Koffie voor de deur op het trappertje in de ochtend.
En vooral de warmte.
Sjonge, wat mis ik de warmte.
Vannacht gewoon met twee dekens geslapen.
Wat een verschrikking.
Toch ben ik wel blij terug te zijn hoor.
Ik was op bepaalde vlakken te ver weg.
Uit het gevoelsveld.
Niet erg.
Ergens wel fijn.
Want als ik hem niet meer voel, voel ik derest ook niet.
Maar het had ook niet langer moeten duren.
Dus beslis ik ooit om te gaan.
Dan moet hij maar mee.

Nooit gedacht een plek te vinden waar ik me zo thuis zou voelen.
Een plek dat rust geeft.
Rust in mijn te volle kop.
Een plek waar ik gewoon kan zijn.
Zonder bewijzen.
Een plek dat omarmt.
Een plek dat alles houdt.
Gevonden in een licht blauwe huis.
Tussen de bergen en de zee.
Ik kom gauw terug.
Voor nu ben ik blij dat de zon schijnt.
Toch nog een beetje warmte.

 

~Lou~

Plaats een reactie